De stichting ontplooit haar werkzaamheden voor haar doelgroepen op basis van diverse theorieën, die zij zelf ontwikkeld. Echter liggen deze theorieën vaak in lijn met de bevindingen van onderzoekers, experts of zijn zelfs logisch concludeerbaar uit statistische gegevens. Dr. K. Wawoe is om feedback gevraagd, m.b.t. deze weergave. Echter is dit stuk door S.B.v.B. opgesteld zonder feedback van Dr. Wawoe.
Dr. K. W. Wawoe, organisatiepsycholoog en docent Human Resource Management aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Heeft onderzoek gedaan naar ondernemerschap, prestaties en geld zowel als geld en geluk.
Dr. Wawoe stelt over prestaties
o.a.: Dat mensen onder druk, al dan niet van geld, slechter
presteren. Waar presteren een resultaat is uit een combinatie van
willen en kunnen. Onder druk kan het dus zo zijn dat ondanks willen
en kunnen een prestatie daalt. Een positieve invloed op de prestatie
komt van motivatie, motivatie is het verhogen van de mate van willen.
Echter is motivatie niet een oplossing voor het vermogen van kunnen.
Mensen die wel willen moeten ook kunnen of andersom en de
mogelijkheid krijgen daartoe.
Over het effect van geld op mensen stelt Wawoe o.a.: Mensen die zich zorgen maken om geld, reageren anders op geld dan mensen die zich hier geen zorgen over maken. Zowel als dat geld gelukkig maakt, tenminste geld en geluk hangt samen voor mensen die niet veel geld hebben. Desondanks wanneer men zegt “geld maakt niet gelukkig” zit daar ook een kern van waarheid in, zolang al je basisbehoeften in financiële zin al “geregeld” zijn. Wawoe stelde ook Het Blaricum Syndroom vast, wat in het kort stelt dat: je referentiekader mee groeit met je inkomen en door deze constante vergelijking je ongelukkiger kan worden van meer geld.
Daarnaast stelt Dr. Wawoe over menselijk gedrag in onze samenleving dat: Regels worden verheven tot wetmatigheid, ondanks mensen weten dat deze niet werken. Het gezond verstand word hiermee getart en het dood creativiteit. Terwijl mensen de beste consultants zijn m.b.t. waar de problemen zitten en weten waar dingen wel en waar dingen niet goed gaan.
Ook stelt Wawoe, dat perverse prikkels niet productie verhogend zijn. Een voorbeeld hiervan is het contrast tussen een risico drager en een risico nemer. De gene die een risico neemt is de gene die beslist, maar de gene die het risico draagt is de gene op wie de beslissing negatief effect heeft als het genomen risico slecht uit pakt. Sprake van een perverse prikkel, is bijvoorbeeld; dat een risiconemer wel de vruchten plukt als het genomen risico positief uitpakt, maar niet zelf de risicodrager is wanneer het genomen risico negatief uitpakt.
(Bron: o.a. Prof. Dr. Wawoe’s digitale colege’s. Enkele weken terug is Dr. Wawoe benaderd met het verzoek tot feedback op onze samenvatting van zijn visie.)
1 maart 2020
0 reacties