De stichting is ontstaan uit een ideaalbeeld van en voor de samenleving. Het ideaalbeeld dat door de oprichters werd gezien, was een samenleving waarin niemand zich eenzaam voelt of buiten beschouwing van de maatschappij gelaten wordt. De oprichters hadden sterk het gevoel dat er groepen binnen de samenleving waren waarvoor er vanuit de overheid te weinig gedaan werd. Het gaat om groepen die met name minder aanleg hebben voor het steeds groter worden van sociale interactie via digitale omgevingen. Mensen met enige vorm van problematiek en ouderen voelen zich vaker eenzaam, ongelukkig en buitengesloten.
Wetenschappelijke onderzoeken tonen aan dat 81% van de mensen met psychische problemen zich eenzaam voelt. De digitalisering kan zowel een drempel als een hulpmiddel zijn voor deze groep. Het contact met lotgenoten kan bijvoorbeeld via internet ontstaan, maar het kan ook zo zijn dat mensen niet weten hoe zij in een digitale omgeving moeten communiceren door het gebrek aan onder andere non-verbale signalen.
Sinds de corona-crisis is begonnen geeft de stichting haar werkzaamheden met een klein aantal vrijwilligers vorm. Dit wordt gedaan volgens de gestelde regels en met als doel na de crisis haar activiteiten op normale wijze voort te zetten.